Het Kyoto-protocol moet CO2-uitstoot terugdringen

16 februari 2005 is het Kyoto-protocol over het terugdringen van
broeikasgassen in de atmosfeer officieel in werking getreden.
Door onze redacteur Paul Luttikhuis


Bron: NRC-Handelsblad


 

United Nations Framework Convention on Climate Change

Alle informatie van de Verenigde Naties over het Kyoto-protocol kunt u op bovenstaande website benaderen.

ROTTERDAM, 16 FEBR. Het broeikaseffect is noodzakelijk voor het voortbestaan van de mens. Het is een natuurlijk fenomeen waarbij de energie die de zon uitzendt door de aarde wordt weerkaatst en vervolgens geabsorbeerd door kooldioxide en andere zogeheten broeikasgassen die de warmte terugzenden naar de aarde. Zonder die gassen zou de temperatuur dalen tot onder het vriespunt. Broeikasgassen zorgen ervoor dat de gemiddelde temperatuur op aarde ongeveer 15 graden Celsius bedraagt.

Sinds de industriële revolutie en het sterk gestegen verbruik van fossiele brandstoffen (vooral steenkool en olie) is de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer fors toegenomen, van zo'n 280 deeltjes per miljoen naar 379 deeltjes per miljoen. Volgens de meeste wetenschappers verandert het klimaat daardoor geleidelijk, het zogeheten versterkte broeikaseffect.

Als gevolg hiervan vrezen veel klimatologen een stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde. Op sommige plaatsen zal het kouder worden, maar op de meeste plaatsen juist warmer, al is niet precies te voorspellen hoeveel. Gletsjers en een deel van het ijs op de Noord- en Zuidpool zullen smelten, waardoor de zeespiegel stijgt. Ook zullen vaker extreme weersomstandigheden voorkomen. Op de ene plaats zal meer regen vallen, elders dreigen periodes van langdurige droogte. Er komen meer en krachtiger orkanen.

Bovenstaande grafiek laat duidelijk de verandering zien in gemiddelde temperatuur van de aarde. De zwarte streep laat de toename zien van CO2 in de atmosfeer.
De grafiek komt uit: Modern Global Climate Change, Thomas R. Karl and Kevin E. Trenberth, Science, 05-12-2003
Klik op afbeelding voor groot formaat.

De gevolgen van deze klimaatverandering voor mens en natuur zijn groot. Over hoe groot precies bestaat nog veel onduidelijkheid, maar een aantal zaken lijkt onontkoombaar.

Door de stijging van de zeespiegel zullen kleine eilanden in de oceaan onder water verdwijnen.

Door een verandering van de temperatuur zal de natuurlijke leefomgeving van bepaalde plant- en diersoorten verdwijnen, waardoor de desbetreffende planten en dieren uitsterven.

Besmettelijke ziekten zullen toenemen doordat het leefgebied van bijvoorbeeld de malariamug groter wordt.

Door het smelten van gletsjers neemt de beschikbare hoeveelheid zoet water op aarde af, waardoor er op veel plaatsen een tekort dreigt aan drinkwater.

Door droogte en temperatuurstijging zullen hele gebieden minder geschikt worden voor landbouw, waardoor voor meer mensen honger dreigt. Daarentegen worden koude gebieden ineens wel geschikt voor landbouw.

Natuurrampen als gevolg van orkanen, overstromingen en droogte zullen veel mensenlevens kosten en zijn schadelijk voor de economieën van vooral ontwikkelingslanden.

Om dit proces te keren besloten de landen van de VN in 1997 in Kyoto tot het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. In het Kyoto-protocol is afgesproken de uitstoot in de periode 2008 tot 2012 met 5,2 procent te verminderen ten opzichte van het ijkjaar 1990. Alleen de geïndustrialiseerde landen moeten hun uitstoot terugdringen. Zij waren tenslotte hoofdverantwoordelijk voor de toename van broeikasgassen en hebben het meest geprofiteerd van de onbelemmerde uitstoot in het verleden. Opkomende economieën als China en India zijn vrijgesteld. Behalve door vermindering van de uitstoot in eigen land (via energiebesparing en het gebruik van duurzame energiebronnen als wind en zon) biedt het Kyoto-protocol een aantal 'mechanismen' om aan de doelstelling te voldoen.

Emissiehandel: landen of bedrijven die goed presteren, kunnen hun overschot aan uitstootrechten verkopen aan degene die zijn doelstelling niet haalt.

Clean development mechanism: geïndustrialiseerde landen kunnen in ontwikkelingslanden projecten voor duurzame ontwikkeling opzetten. Als daardoor minder broeikasgassen in de atmosfeer komen, mogen ze dat verschil van hun eigen CO2-emissies aftrekken.

Joint implementation: rijke landen kunnen projecten voor energiebesparing in andere geïndustrialiseerde landen, die wel onder het protocol vallen (vooral in Oost-Europa), financieren om aan hun eigen verplichtingen te voldoen.

Sinks: bomen absorberen kooldioxide. De aanplant van nieuwe bossen mag in mindering worden gebracht op de bestaande uitstoot.

Veel van de deelnemende landen hebben grote moeite om hun doelstelling te halen. Zo mag Spanje 15 procent meer uitstoten, maar in 2002 werd ruim 40 procent meer uitgestoten. Canada moet 6 procent minder, maar zat in 2002 op 20 procent meer. En ook Nederland (+1,1 procent) zat in 2002 boven de doelstelling. Als landen hun doelstelling niet halen, moeten ze het teveel, vermenigvuldigd met een factor 1,3, na 2012 alsnog wegwerken, bovenop de tegen die tijd afgesproken reductie.