|
United Nations Framework
Convention on Climate Change
Alle informatie van
de Verenigde Naties over het Kyoto-protocol kunt u op bovenstaande
website benaderen. |
ROTTERDAM, 16 FEBR. Het broeikaseffect is noodzakelijk voor het
voortbestaan van de mens. Het is een natuurlijk fenomeen waarbij de
energie die de zon uitzendt door de aarde wordt weerkaatst en
vervolgens geabsorbeerd door kooldioxide en andere zogeheten
broeikasgassen die de warmte terugzenden naar de aarde. Zonder die
gassen zou de temperatuur dalen tot onder het vriespunt.
Broeikasgassen zorgen ervoor dat de gemiddelde temperatuur op aarde
ongeveer 15 graden Celsius bedraagt.
Sinds de industriële revolutie en het sterk gestegen verbruik van
fossiele brandstoffen (vooral steenkool en olie) is de hoeveelheid
broeikasgassen in de atmosfeer fors toegenomen, van zo'n 280 deeltjes
per miljoen naar 379 deeltjes per miljoen. Volgens de meeste
wetenschappers verandert het klimaat daardoor geleidelijk, het
zogeheten versterkte broeikaseffect.
Als gevolg hiervan vrezen veel klimatologen een stijging van de
gemiddelde temperatuur op aarde. Op sommige plaatsen zal het kouder
worden, maar op de meeste plaatsen juist warmer, al is niet precies te
voorspellen hoeveel. Gletsjers en een deel van het ijs op de Noord- en
Zuidpool zullen smelten, waardoor de zeespiegel stijgt. Ook zullen
vaker extreme weersomstandigheden voorkomen. Op de ene plaats zal meer
regen vallen, elders dreigen periodes van langdurige droogte. Er komen
meer en krachtiger orkanen.
|
Bovenstaande grafiek laat duidelijk de
verandering zien in gemiddelde temperatuur van de aarde. De zwarte
streep laat de toename zien van CO2 in de atmosfeer.
De grafiek komt uit: Modern Global Climate Change, Thomas R. Karl
and Kevin E. Trenberth, Science, 05-12-2003
Klik op afbeelding voor groot formaat. |
De gevolgen van deze klimaatverandering voor mens en natuur zijn groot.
Over hoe groot precies bestaat nog veel onduidelijkheid, maar een
aantal zaken lijkt onontkoombaar.
Door de stijging van de zeespiegel zullen kleine eilanden in de oceaan
onder water verdwijnen.
Door een verandering van de temperatuur zal de natuurlijke
leefomgeving van bepaalde plant- en diersoorten verdwijnen, waardoor
de desbetreffende planten en dieren uitsterven.
Besmettelijke ziekten zullen toenemen doordat het leefgebied van
bijvoorbeeld de malariamug groter wordt.
Door het smelten van gletsjers neemt de beschikbare hoeveelheid zoet
water op aarde af, waardoor er op veel plaatsen een tekort dreigt aan
drinkwater.
Door droogte en temperatuurstijging zullen hele gebieden minder
geschikt worden voor landbouw, waardoor voor meer mensen honger dreigt.
Daarentegen worden koude gebieden ineens wel geschikt voor landbouw.
Natuurrampen als gevolg van orkanen, overstromingen en droogte zullen
veel mensenlevens kosten en zijn schadelijk voor de economieën van
vooral ontwikkelingslanden.
Om dit proces te keren besloten de landen van de VN in 1997 in Kyoto
tot het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. In het
Kyoto-protocol is afgesproken de uitstoot in de periode 2008 tot 2012
met 5,2 procent te verminderen ten opzichte van het ijkjaar 1990.
Alleen de geïndustrialiseerde landen moeten hun uitstoot terugdringen.
Zij waren tenslotte hoofdverantwoordelijk voor de toename van
broeikasgassen en hebben het meest geprofiteerd van de onbelemmerde
uitstoot in het verleden. Opkomende economieën als China en India zijn
vrijgesteld. Behalve door vermindering van de uitstoot in eigen land
(via energiebesparing en het gebruik van duurzame energiebronnen als
wind en zon) biedt het Kyoto-protocol een aantal 'mechanismen' om aan
de doelstelling te voldoen.
Emissiehandel: landen of bedrijven die goed presteren, kunnen hun
overschot aan uitstootrechten verkopen aan degene die zijn
doelstelling niet haalt.
Clean development mechanism: geïndustrialiseerde landen kunnen in
ontwikkelingslanden projecten voor duurzame ontwikkeling opzetten. Als
daardoor minder broeikasgassen in de atmosfeer komen, mogen ze dat
verschil van hun eigen CO2-emissies aftrekken.
Joint implementation: rijke landen kunnen projecten voor
energiebesparing in andere geïndustrialiseerde landen, die wel onder
het protocol vallen (vooral in Oost-Europa), financieren om aan hun
eigen verplichtingen te voldoen.
Sinks: bomen absorberen kooldioxide. De aanplant van nieuwe bossen mag
in mindering worden gebracht op de bestaande uitstoot.
Veel van de deelnemende landen hebben grote moeite om hun doelstelling
te halen. Zo mag Spanje 15 procent meer uitstoten, maar in 2002 werd
ruim 40 procent meer uitgestoten. Canada moet 6 procent minder, maar
zat in 2002 op 20 procent meer. En ook Nederland (+1,1 procent) zat in
2002 boven de doelstelling. Als landen hun doelstelling niet halen,
moeten ze het teveel, vermenigvuldigd met een factor 1,3, na 2012
alsnog wegwerken, bovenop de tegen die tijd afgesproken reductie.
|